De eeuwige positivo’s en een cynisch schild

Hoe schrijf ik een blog over ‘meer met minder’, zonder dat ik een dwepend stuk schrijf doorspekt met open deuren en clichés? Het is toch de situatie waar we nu met z’n allen al jaren in zitten. Hoe ga ik een leuk stukje schrijven over een paradigmaverandering die de meeste mensen pijn doet? Want zoals Nietsche al zei ”je weet pas wat je hebt, als je het kwijtraakt”.

Als ondernemer heb ik toch de neiging om af en toe te schrikken van de economische berichtgeving. iemand wist mij laatst te vertellen dat dit niet een fase is waar we in zitten, maar dat dit de nieuwe werkelijkheid is. Dan merk ik dat -hoe stoer ik ook wil zijn- ik toch weer even moet slikken. Maar het blijft dan wel bij slikken.

Want als ik nadenk over omgaan met deze ‘nieuwe werkelijkheid’, dan denk ik aan mensen die ik ontmoet, die mij inspireren. Deze mensen gaan niet bij de pakken neerzitten tijdens een crisis. Dit zijn altijd de mensen die zich niet committeren aan gebaande paden; het zijn de mensen die mogelijkheden zien waar andere zich laten leiden door de norm; het zijn de mensen die met dezelfde gegevens meer uit hun leven halen. Onderzoek geeft ook aan dat deze mensen succesvoller zijn, dat ze gelukkiger zijn en dat ze als gelukkig worden gezien.

Zo heb ik afgelopen zomer Drhuba Giri ontmoet. Een Nepalees die zich vanuit zijn lage kaste (hij heeft school gehad tot zijn negende) omhoog heeft geknokt, nu een eigen resort heeft en voor zijn gemeenschap van alles organiseert. Zo is hij een school gestart, bezig met een ziekenhuis en een bejaardentehuis. Zijn oudere broers vertellen hem nog steeds bij elk project dat hij begint, dat het gaat falen. Maar daar denkt Drhuba dus heel anders over!

Nog zo’n bestendige optimist is mijn vriend die samen met zijn vrouw zijn baan opzei en hun huis verhuurde, om met wat spaargeld en twee kinderen 7 maanden de wereld rond te gaan reizen. Als ik hem vroeg of hij zich niet druk maakte of hij wel een baan zou krijgen wanneer hij terug zou komen, of dat hij straks minder geld zou hebben, keek hij me maar vreemd aan.

Er is alleen wel iets geks aan de hand. Hoe komt het dat mijn eerste reactie is om tegen deze mensen en hun levenshouding  te ageren?  Om te zeggen dat het complete onzin is en dat die eeuwige positivo’s gewoon naïef zijn? Is dat dan mijn cynische schild, mijn angst of is dit gewoon een correcter wereldbeeld?

Naarmate ik er langer over nadenk, wint mijn wens het steeds meer van mijn angst. Ik ben eigenlijk gewoon bang om te zeggen dat ik zaken tegen de stroom in ga proberen. Ik  kan dan namelijk sneller falen. Maar misschien ben ik bang dat ik dan anders ben, of naïef overkom.  Maar als ik die keuze nou probeer te versimpelen, wat is dan erger: cynisch & laf of naïef & positief? Ik kies ervoor om soms met pijn in mijn buik en angst in mijn hart toch minder uit meer te halen. Kijk, zo blijk ik toch nog hartstochtelijk te kunnen schrijven  over ‘meer met minder’ en er stiekem ook nog een beetje in te geloven!