Geerteke van Lierop - actrice / auteur / coach

‘De essentie van het leven is: hoe ga je om met tegenslagen’

Geerteke van Lierop (1980) is schrijfster, actrice en coach. Haar coachingspraktijk richt zich op public speaking en omgaan met verlies en tegenslag. Ze speelde in films en series als De Zaak Menten en Goede Tijden, Slechte Tijden. In augustus 2016 verloor ze haar vriend Bas. Hij ging varen en verdronk. Naar aanleiding hiervan schreef ze Een zee van glas, een boek over de periode na zijn dood. Het boek heeft inmiddels een vierde druk.

Johan: “Wat is ongemak voor jou?” Geerteke: “Een bepaalde machteloosheid, niet weten hoe je met een bepaalde situatie moet omgaan. Je komt meerdere keren in je leven op een kruispunt. Dat is het grote ongemak. Het kleine ongemak kan zitten in de interactie met mensen. Iets van jezelf wat je tegenkomt in de ander. Ongemak is ook gebrek aan controle.” Johan: “Je weet dat dingen kunnen veranderen, maar wil daar het liefst niet aan.”

Geerteke: “Het is dubbel, want ik ga het liefste juist wel verandering aan. Ik hou heel erg van het avontuur, nieuwe werelden betreden. Dat ongemak vind ik fijn. Jezelf oprekken, dat levert een goed gevoel op omdat je jezelf verrast. Die verandering heb je nodig om te groeien. Wat ik echt lastig vind, is als blijkt dat mijn oude strategieën niet meer werken.” Johan: “Wat is een kruispunt in jouw leven?”

Geerteke: “Mijn allergrootste gebeurtenis, waarbij er echt een voor een na is, is de dood van mijn vriend. Hij is 28 augustus 2016 plotseling overleden. Hij is verdronken. Ik heb vaker een man verloren in een film. Dan zit je ook in het moment en dan voel je van alles. Je hebt dan het idee dat je het aanraakt. Maar toen het gebeurde was het zo onbeschrijfelijk anders, dat geen enkel verhaal meer past. Je hoofd kan er niet bij en al je zintuigen staan open. Dat heeft ook te maken met de schok, met het trauma. Op dat moment wist ik niet wat me overkwam. Hoe diep je kunt gaan en hoe gelaagd alle emoties zijn. Alles was extreem, alsof ik opnieuw in de wereld stapte. Johan: “En opnieuw leren voelen op een bepaalde manier.” Geerteke: “Ja, ik raakte nieuwe lagen aan. Vrij snel nadat hij overleed, ging ik naar Londen. Het voordeel is dat iedereen daar stoïcijns in een rat race doorloopt, dus niemand had oog voor mijn tranen. Ik kon mijn tranen niet bedwingen. Ik wist niet dat je zo lang en zo veel kon huilen. Dat kan heel ongemakkelijk voor anderen zijn.” Johan: “Rouw is vaak ongemakkelijk voor mensen.” Geerteke: “Klopt. Ik besefte dat ik daar voorheen ook ongemakkelijk mee omging. Wij zitten in Nederland zo in de maakbaarheid. Alles moet snel en worden opgelost. We koppelen ook tijd aan rouw. Dat werd ook tegen mij gezegd. ‘Je moet alle seizoenen een keer meemaken zonder hem. Het duurt een jaar.’ Maar ik kon me niet voorstellen dat zoiets ooit overgaat. Bas was ook verliefd geworden op mijn lichtheid. Ik werd altijd blij wakker. Opeens stapte ik in een donkere tunnel en dacht ik: hoe doen anderen dit? Ik keek vaak in mijn agenda en dacht: hoe ver ben ik al? De rouw stopt niet na een jaar. Na een jaar kreeg de rouw een andere vorm, maar dan vraagt niemand er meer naar. Veel mensen zijn bang dat het niet het juiste moment is om ernaar te vragen.” Johan: “Ik heb het ook gemerkt toen mijn vader overleed. Dat mensen die ik in de supermarkt tegenkwam een andere gang in gingen.”

Geerteke: “Dat herken ik. Ik ben ook vaak genegeerd, op feestjes bijvoorbeeld. Alsof er een soort rouwsluier om me heen hing. Maar ik wilde graag over Bas praten. Herinneringen ophalen. Als mensen naar me toekwamen en vroegen: “hoe gaat het met je?” ging ik anderen geruststellen. Ik vertelde een verhaal.

Johan: “Je had een soort pr-verhaal gemaakt.” Geerteke: “Het ongemak van anderen was zo groot om me heen, dat ik het wilde verzachten. Ik ging het er ook minder over hebben. Dan wordt het een heel stil verdriet.”

Johan: “Als je het zo vertelt, lijkt het alsof je het proces redelijk gecontroleerd bent doorgegaan.” Geerteke: “Ik heb het soms ervaren als een soort topsport. Ik gaf mezelf echt de opdracht iedere dag om direct mijn bed uit te komen en actief te blijven. Het hielp dat ik een week na zijn crematie weer ging werken. Ik weet niet hoe ik het heb gedaan. Als ik klaar was met mijn werk, ging het luik open en was ik enorm verdrietig. Aan de andere kant voelde ik me ook enorm levend. Dat is die andere kant. Ik stond meer open. Ik heb zoveel nieuwe mensen ontmoet. Dat kwam wel door erop uit te gaan. Ik maakte mijn eigen ritueel door elke dag te wandelen. Dat heeft me veel gebracht.” Johan: “In je boek Een zee van glas omschrijf je hoe je naar Londen gaat en hoe je met andere mensen in gesprek raakt. Was dat makkelijker dan wanneer je in Nederland was gebleven?”

Geerteke: “Ik denk het wel. Als je op reis bent, kijk je anders. Dan is een koffietentje in eens fantastisch. Je bent meer bewust van wat je ziet, je staat meer open voor nieuwe indrukken en nieuwe ontmoetingen. In Londen vond ik de anonimiteit prettig. Niemand wist van mijn verhaal. Tegelijkertijd stond ik zo open dat ik gemakkelijker contact maakte. Ik weet niet of het toeval is, maar op cruciale momenten heb ik mensen ontmoet. Op een bankje in een park, in een taxi. Ontmoetingen die voor mij veel hebben betekend, die mij optilden. Deze mensen gaven mij allemaal terug: je bent niet alleen. Ik miste de verbinding. Je moet zoveel verstouwen, daarom heb je de neiging om het bij jezelf te houden. Maar elke keer als ik het kon delen, dan was dat helend. Verbinding met de wereld is belangrijk. Dat hoeven niet je vrienden te zijn, het kunnen ook vreemden zijn. Dat was voor mij echt een ontdekking. Ik voel me sinds de dood van Bas veel meer verbonden met de wereld.” Johan: “In Nederland hebben we een soort omgeschreven regel dat je in je eentje moet rouwen, terwijl de verbinding met andere mensen veel beter werkt.”

Geerteke: “Veel mensen die mijn boek hebben gelezen, delen hun ervaring met mij. Het verbaast me hoe weinig aandacht er aan rouw wordt gegeven. Dat gebeurt al op het werk, na een paar dagen moet je weer verschijnen. Ik hoor zelfs van mensen dat ze zich niet ziek mogen melden, want ‘je bent niet ziek’. We duwen de dood weg. Zelfs de plek waar mensen begraven liggen, de begraafplaatsen. Als we onze sterfelijkheid maar niet hoeven aan te kijken. Dat maakt rouwen eenzaam. Ik ben net in Mexico geweest, daar vieren ze Dia de los Muertos, Allerzielen. Ze hebben daar heel veel rituelen. Op begraafplaatsen zie je jongeren met gettoblasters, die de lievelingsmuziek draaien van de overledenen. Mensen zitten op de graven te picknicken.”

Johan: “Dat geldt voor alle ongemak: het is er wel, maar we kunnen het niet aankijken.” Geerteke: “Terwijl er ook schoonheid in zit. Het was een zware periode, ik mis Bas

nog steeds, maar tegelijkertijd zit er een enorme groei in verlies. Ik ben vroeger eens heel ziek geweest. Toen besefte ik dat tijd kostbaar is en je grote dromen niet moet uitstellen. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik na mij studie alsnog een theateropleiding ben gaan doen. Zo zie ik bij mezelf en bij anderen dat er altijd winst zit in verlies. Je moet er wel naar zoeken en er de tijd voor nemen, maar het is er wel.”

Johan: “Je bent op zoek gegaan naar waar die winst zit, met een soort discipline.” Geerteke: “Ik denk dat het gedisciplineerde in mij zit, ik zie dat ook bij mijn vader. Hij ging elke dag wandelen, op momenten dat hij het zwaar had. Maar ook bij mijn opa, die in een concentratiekamp heeft gezeten. Hij heeft het overleefd. In die tijd werd je een jaar platgespoten en daarna dacht men dat je genezen was. Hij is iedere dag gaan wandelen, om met depressies om te gaan. Hij vertelde mij op zijn sterfbed in het hospice: ‘De essentie van het leven is: hoe ga je om met tegenslagen’. Die woorden werden mijn handvat. Als hij het kan, kan ik het ook. Ik ben ook gaan wandelen. Ik kwam erachter dat je het gevoel van connectie niet altijd uit mensen hoeft te halen. De verbinding kun je ook vinden in de natuur, in kunst of in muziek. Iedere dag ging ik naar een museum. Voor mij werkte het om naar installaties te kijken. Dan ervaarde ik dat ik in een soort tussentijd kwam. Ik kwam er altijd beter uit. Met een idee of nieuw inzicht. Kunst opende me, raakte het onzegbare aan, en liet me met een andere blik naar buiten kijken, of ik dacht: deze kunstenaar moet die donkerte ook kennen, anders kun je dit niet maken. Kunst gaf me hoop.” Johan: “Je vertelde net iets over Mexico, maar je bent ook naar India geweest. Wat kunnen we van hen leren over hoe we met ongemak kunnen omgaan.”

Geerteke: “De dood is er geïntegreerd in het leven. Bij ons is het uit het straatbeeld verdwenen, en er verdwijnen ook steeds meer rituelen. Terwijl ik me door mijn bezoek aan Mexico en India realiseer hoe belangrijk die zijn, bijvoorbeeld om herinneringen levend te houden. Want Bas is nog steeds in mij. Je moet erover blijven praten. In India en Mexico wordt er veel tijd besteed aan het delen van verhalen. Er is meer verbondenheid, de gemeenschap speelt een grote rol. In Mexico speelt ook het geloof mee, veel mensen geloven dat de doden een keer per jaar terugkomen, tijdens Dia de los Muertos. Dat geeft hen troost. In India sprak ik een man, die zei: ‘de geest van de dode is vrij, maar jij bent niet vrij. Je moet zorgen dat je vrijer wordt in je gedachten en de omgang met de dood.’ Het kost tijd om een levensverhaal zo te herschrijven dat het je vooruit helpt. Je kunt op verschillende manieren naar een ingrijpende verandering kijken, de betekenis ervan is niet statisch. Het kost tijd om de mogelijkheden in de moeilijkheden te ontdekken.”

De podcast vind je hier:

Luister op Spotify
Luister op iTunes